Hoe deze onderneming die kozijnen plaatst er financieel voorstond, vertelt de uitspraak niet maar de in juli 2018 en april 2019 afgesloten leasecontracten werden al in mei 2019 niet meer betaald. De leasemaatschappij heeft toen de lease-auto’s weer ingenomen en eindfacturen (onder meer voor de verschuldigde leasetermijnen) verstuurd die ook onbetaald bleven.
De leasemaatschappij stapt naar de rechter omdat A -die bestuurder was van de kozijnenonderneming- de aandelen in zijn bedrijf verkocht heeft aan B die op zijn beurt vrij snel het bedrijf heeft uitgeschreven bij de KvK. De rechter meent dan dat voor een succesvolle aansprakelijkheid voor A beoordeeld moet worden of er een zodanige onzorgvuldigheid is die als onrechtmatig gekwalificeerd moet worden.
En daar is sprake van. B was al leverancier van de kozijnen en als er dan veel klachten over die kozijnen komen, en B om die reden het bedrijf wil kopen, had A onderzoeken moeten doen naar de motieven van B en of hij ook daadwerkelijk het bedrijf wilde voortzetten. A zegt zelf dat onderzoek wel gedaan te hebben maar dat hij niet had ontdekt dat B vaker bij faillissementen was betrokken terwijl de koopprijs €1 was. Volgens de rechter heeft A zo bewust het risico genomen dat zijn bedrijf haar verplichtingen niet zou nakomen richting de schuldeisers, en hij heeft zo hun belangen onvoldoende aangetrokken. Dat is onrechtmatig en hij moet de schade dus betalen.
Ben je van plan om je bedrijf te verkopen, onderzoek dan de motieven van de koper en bel Trevi Advocaten voor overleg.
Bron: ECLI:NL:RBAMS:2021:6331