Overname van een restaurant

Een casus uit de praktijk die wij jou niet willen onthouden omdat er voor een ieder leerzame punten inzitten! Onlangs wilde een klant een restaurant overnemen. Dit klinkt altijd makkelijker dan het vaak in werkelijkheid is en zo ook hier. Veel is goed gegaan maar er is altijd ruimte voor verbetering en puntjes op de i . Wat had hier wat scherper ingestoken kunnen worden?

Achtergrond
A exploiteerde een slechtlopend restaurant in een groot winkelcentrum in de regio Haaglanden. Begin 2013 had hij een kleine 100K schuld en deze was hem boven het hoofd gegroeid. A is op zoek gegaan naar een koper en heeft die gevonden in de persoon van B die ervaring had in de horeca. Hoewel niet overtuigt van het concept, heeft B het restaurant overgenomen. De koopprijs was gelijk aan de schuld die A had van circa 100K. B zou deze schuld voldoen.

De schuld bestond uit een aantal leveranciers en de huurachterstand van 60K. Onderdeel van de koop was de overname van het huurcontract waarin het restaurant werd geëxploiteerd.

Contract
A en B hebben zelf een contract opgesteld om de koop vast te leggen. Dit is natuurlijk uitstekend maar alleen de hoofdlijnen waren vastgelegd als overdrachtsdatum en prijs. Wel was afgesproken dat ‘de koop niet door ging als B niet het huurcontract zou verwerven’.

Uitvoering
De overdrachtsdatum was 1 mei en in de week ervoor en erna, heeft B alle schuldeisers benaderd en is hij begonnen de schulden af te lossen. Ook heeft hij contact gezocht met de verhuurder. Deze was ook schuldeiser. Hij bleek alleen geen verhuurder te zijn maar ‘onderverhuurder’. Hij huurde het pand (van het restaurant) van de eigenaar en hij had toestemming om het pand ‘onder te verhuren’ aan A.

De onderverhuurder kreeg evenwel geen toestemming van de eigenaar om medewerking te verlenen aan de contractsovername van B door A. En bovendien wilde de onderverhuurder eerst volledig betaald zijn voordat hij weer de eigenaar zou benaderen voor de toestemming.

Inmiddels had B al wel een deel van de schuldeisers betaald en een deel van de huurachterstand voldaan. Ook was hij al feitelijk het restaurant aan het exploiteren. Toen bleek dat hij het huurcontract niet zou kunnen verwerven, heeft hij wel de koop ongedaan gemaakt. Op dat zelfde moment heeft de onderverhuurder wel het restaurant ontruimd, met ene vonnis vanwege de huurachterstand. B was weliswaar de exploitant maar hij zat ‘zonder recht of titel’ ten opzichte van de onderverhuurder in het pand.

Conclusie
B was weliswaar ‘eigenaar’ geworden van een restaurant, uiteindelijk kon hij niet het huurcontract verwerven, en heeft hij de koop moeten ‘terugdraaien’. Hij heefdt wel al een deel van de schulden betaald, en intussen was A failliet gegaan. B is nu bezig te inventariseren hoe hij zijn reeds betaalde koopprijs (de betaalde schulden) kan terugkrijgen maar onzeker is of dat lukt?

Had deze gang van zaken voorkomen kunnen worden? Ja, als A en B beter hun afspraken hadden vastgelegd. Zo had de koop pas definitief doorgang moeten vonden als zeker was dat B het huurcontract zou kunne krijgen. Op dat moment had B ook pas moeten gaan betalen in plaats van voor de overdrachtsdatum. En B had zekerheden moeten bedingen als de koop om wat voor reden dan ook niet door zou gaan, bijvoorbeeld een bankgarantie. Dan had hij zekerheid dat hij zijn geld terug zou krijgen.

Dus als je van plan bent een onderneming over te nemen, neem dan eerst contact op met Trevi Advocaten voor de nodige tipos en tricks!

Auteur: Thomas Bijloo