Een klassieker: afspraken op bierviltje!

Een (amateur)voetballer heeft een contract gesloten met zijn voetbalclub en hij zou netto € 675 per maand verdienen. Maar behalve dit contract heeft de toenmalige technisch directeur ook zijn daadwerkelijke salaris op een bierviltje geschreven: € 14.000 per jaar. En op dat bierviltje stond ook een handtekening. Maar de voetballer kreeg vervolgens maar € 675 per maand betaald en niet ruim € 1.100 (want € 14.000/12). En hij is daarop naar de rechter gestapt.

Een heel scala aan argumenten waarom de club dat hogere bedrag niet zou hoeven te betalen, is de revue gepasseerd. Van wie is de handtekening? Was de directeur wel bevoegd om de club  te vertegenwoordigen en kon hij de club ‘binden’? Kende de club het bierviltje wel?

Maar vast is komen te staan dat het de handtekening was van de technisch directeur en de voetballer zelf mocht er op vertrouwen dat de technisch directeur in de salarisbesprekingen namens de club sprak. In het hoger beroep bleef over dat het vermelde bedrag geen netto jaarsalaris bedroeg. De club slaagt daarin niet.

Zij heeft onder meer niet toegelicht hoe een het netto bedrag van €675 er gebruteerd uitzag terwijl er aanwijzingen waren dat het netto bedrag uit het contract per bank werd betaald met een aanvulling in contanten tot het bedrag op het bierviltje. Conclusie is dan ook dat de voetballer en de club een (hoger) salaris op een bierviltje hebben afgesproken.

Afspraken op bierviltjes zijn dus net zo rechtsgeldig als een ‘echt’ contract!

Bron: ECLI:NL:GHDHA:20221327