Arbeidscontract of overeenkomst van opdracht?

Waar moet je opletten bij het aangaan van een opdrachtovereenkomst met een zzp’er? Onlangs heeft de Kantonrechter Groningen hier een interessante uitspraak over gedaan (ECLI:NL:RBNNE:2013:6046). Wat was er aan de hand?

In deze situaties was sprake van een zzp’er die al geruime tijd als zelfstandige werkte en was ingeschreven bij een uitzendbureau. Hij beschikte over een VAT-wuo (Verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming), was ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en had een eigen BTW-nummer. Op enig moment is het uitzendbureau een opdrachtovereenkomst aangegaan met de zzp’er, waarbij de zzp’er (voor de duur van een project) werkzaam was bij een opdrachtgever van het uitzendbureau. De opdrachtovereenkomst was aangegaan voor de duur van het project, maar zou van rechtswege eindigen op 30 juni 2012. Vier maanden voor het eindigen van de opdrachtovereenkomst, laat de opdrachtgever weten niet tevreden te zijn over het functioneren van de zzp’er. De opdrachtgever zegt vervolgens de overeenkomst met het uitzendbureau op, waarna het uitzendbureau de overeenkomst met de zzp’er heeft opgezegd. De zzp’er heeft deze opzegging aangevochten bij de kantonrechter. De zzp’er is allereerst van mening dat er tussen hem en het uitzendbureau een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. Vervolgens vordert de zzp’er dat het uitzendbureau hem betaalt tot het eind van de termijn dat het project bij de opdrachtgever oorspronkelijk zou lopen.

De rechter let bij de beoordeling van de vraag of sprake was van een arbeidsovereenkomst, vooral op het feit of er tussen partijen een gezagsverhouding bestond. Bij de beoordeling van de aan- of afwezigheid van een gezagsverhouding wordt (onder andere) gekeken naar: de mate van zelfstandigheid van de opdrachtnemer, de wijze van betaling door de opdrachtgever, de omvang van het werk en of de opdrachtnemer nog andere opdrachtgevers had.

In de onderhavige situatie heeft de rechter geoordeeld dat er, gelet op de korte periode waarin het werk is verricht en het feit dat er geen sprake was van een gezagsverhouding tussen het uitzendbureau en de zzp’er, geen arbeidsovereenkomst is ontstaan. De VAR-wuo, de inschrijving bij de KVK en het BTW-nummer wezen ook niet op het bestaan van een arbeidsovereenkomst.

Conclusie
Het is voor een werkgever aan te raden om de bovenstaande punten van toetsing vast te leggen in de opdrachtovereenkomst. Hierdoor wordt het risico op het ontstaan van een arbeidsovereenkomst zo veel mogelijk beperkt. Neem in de overeenkomst van opdracht bijvoorbeeld een bepaling op dat u betaalt op basis van gewerkte uren en probeer ook de afspraken omtrent de zelfstandigheid van de zzp’er zoveel mogelijk contractueel vast te leggen.