Franchise blijft in beweging. De rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2017:2457) heeft deze maand ook weer een aardig kort geding vonnis gepubliceerd over de opzegging van een franchise-overeenkomst.
Partijen hebben in deze kwestie in hun franchiseovereenkomst afgesproken dat de franchisegever de overeenkomst mag opzeggen als ‘in redelijkheid niet meer kan worden verlangd de franchiseovereenkomst na de expiratiedatum te laten voorduren’. Dit was het geval vond de franchisegever en zegde op. De franchisenemer was het hier niet mee eens en omdat zij net bezig was met toekomstige investeringen en dus moest weten of de overeenkomst zou voortduren (na de vermeende opzegging), heeft de franchisenemer een kort geding opgestart.
En de franchisenemer won. De franchisegever had namelijk aan de franchisenemer verzocht een nieuwe overeenkomst te tekenen, met een aantal gewijzigde voorwaarden. De franchisegever mag dit doen maar de gewijzigde voorwaarden brachten wel een verslechtering van de positie van franchisenemer met zich mee. De franchisenemer wilde daarom niet onverkort akkoord gaan met deze gewijzigde voorwaarden.
Dat de franchisenemer geen nieuwe franchiseovereenkomst wilde tekenen, is evenwel niet direct een reden voor opzegging. De franchisegever mocht weliswaar in de overeenkomst redelijke wijzigingen doorvoeren maar als de franchisenemer deze niet direct accordeert, is dat geen reden de overeenkomst op te zeggen. De rechter oordeelde ook dat de franchisegever niet duidelijk kon maken waarom juist deze wijzigingen redelijk waren.
Franchiseovereenkomsten goed opzeggen blijft dus lastig maar veel kwaad kan worden voorkomen als de franchiseovereenkomst up-to-date is. Bel om jouw franchise-overeenkomst te laten controleren!