Verstoorde verhoudingen binnen bestuur vennootschap

25 - 03 - 2020
Er kunnen zich verschillende omstandigheden voordoen waardoor de verhoudingen tussen bestuurders ontwricht kunnen raken. Dit kan er voor zorgen dat een vruchtbare samenwerking tussen bestuurders niet langer mogelijk is. In een dergelijk geval kan de Ondernemingskamer een onderzoek naar de gang van zaken binnen het bestuur bevelen en/of een onmiddellijkevoorziening treffen. Onlangs heeft het Gerechtshof Amsterdam hier een interessante uitspraak over gedaan (ECLI:NL:GHAMS:2014:664). Wat was er aan de hand?

Feiten
In deze situatie ging het om een vennootschap genaamd ‘4db’ en haar twee aandeelhouders ‘ Vestra’ en ‘KB’. Vestra en KB hielden ieder 50% van de aandelen in 4db. Bestuurder A hield alle aandelen en was enig bestuurder van Vestra en bestuurder B hield alle aandelen en was enig bestuurder van KB. In 2007 is de vennootschap genaamd ‘WorkFun’ opgericht. De aandelen in haar kapitaal werden gehouden door Vestra (25%) en KB (75%). KB was de enig bestuurder van Work Fun. De activiteiten van Work Fun bestonden uit het beschikbaar stellen van werknemers aan 4db.

Bestuurders A en B zijn van mening dat er onenigheid is ontstaan in het bestuur en de algemene vergadering van aandeelhouders van 4db en Work Fun. Hierdoor zou een onwerkbare situatie zijn ontstaan. De Ondernemingskamer heeft zich gebogen over de vraag of daadwerkelijk sprake was van een onwerkbare situatie tussen de bestuurders.

Oordeel Ondernemingskamer
Het verwijt van Vestra dat KB met haar vennootschap genaamd ‘Klict’ concurrerende activiteiten ten opzichte van 4db zou hebben ontplooid wordt door de Ondernemingskamer afgedaan als onvoldoende gemotiveerd. Verder is als oorzaak van de verstoorde verhouding aangegeven dat zowel bestuurder A als bestuurder B privé uitgaven ten laste van 4db zouden hebben geboekt. Deze omstandigheden hebben ervoor gezorgd dat de relatie tussen partijen verstoord is, waardoor ook de jaarrekening over 2012 niet is opgemaakt. Op grond hiervan is de Ondernemingskamer van oordeel dat de verhoudingen zodanig op de schop zijn gegaan dat een onderzoek naar de gang van zaken geoorloofd is.

Onmiddellijke voorziening
Omdat partijen beiden hebben aangegeven niet in staat te zijn de problemen op te lossen, worden beide bestuurders geschorst en wordt door de Ondernemingskamer een nieuwe bestuurder benoemt. De te benoemen bestuurder laat zich, bij de uitoefening van zijn bestuurstaak, (naar eigen inzicht) bijstaan door A en B. Omdat de beide bestuurders menen dat de bestaande betrekkingen beëindigd moeten worden, mag de te benoemen bestuurder tevens de ontvlechting regelen. Hierbij worden de aandelen in 4db en Work Fun in beheer gegeven aan de te benoemen bestuurder. Het op de agenda gezette onderzoek is niet meer noodzakelijk wanneer blijkt dat de getroffen onmiddellijke voorziening een einde heeft gemaakt aan de onwenselijke situatie.