fiscale aansprakelijkheid na op non-actiefstelling vennoot

25 - 03 - 2020
Wanneer een vennoot van een onderneming op non-actief is gesteld, kan deze vennoot niet aansprakelijk worden gesteld voor belastingschulden die betrekking hadden op de periode na de non-actiefstelling. Zo heeft het Gerechtshof Den Bosch onlangs geoordeeld. Wat was er aan de hand?

Feiten
In deze situatie was sprake van een geschil tussen twee vennoten van een vof. Een van de vennoten is, na dit zakelijk geschil, op non-actief gesteld. Na de datum van de non-actiefstelling heeft de vennoot geen toegang meer gehad tot de kantoren of de administratie van de vof. De vof heeft over een periode van drie maanden naheffingsaanslagen loonheffing met boetes ontvangen, maar de verschuldigde belasting en premies niet voldaan.

De Belastingdienst stelt de op non-actief gestelde vennoot aansprakelijk voor de belastingschulden en ook voor de opgelegde boetes. De andere vennoot zou namelijk onvoldoende verhaalsmogelijkheden hebben geboden. Dit zou (onder andere) zijn gekomen doordat hij in privé hoge belastingschulden zou hebben gehad.

De op non-actief gestelde vennoot is van mening dat hij ten onrechte aansprakelijk is gesteld en ook dat het niet aan hem te wijten is dat de belastingschulden niet zijn voldaan. Na zijn op non-actiefstelling heeft hij geen enkele bemoeienis meer gehad (of kunnen hebben) met de ondernemingsactiviteiten van de vof.

Oordeel Hof
Het gerechtshof oordeelt dat de vennoot -nadat hij op non-actief is gesteld- in een positie terecht is gekomen, waarin het voor hem niet meer mogelijk was om op de hoogte te zijn van de fiscale verplichtingen van de vof en deze na te komen. Daarmee had de voormalige vennoot volgens het hof het bewijs geleverd dat hem geen verwijt kon worden gemaakt over het niet (volledig) voldaan zijn van de belastingschulden. Dat de voormalige vennoot op het moment van aansprakelijkstelling nog als vennoot in het handelsregister stond ingeschreven, de fiscus niet had geïnformeerd over zijn non-actiefstelling en partij was gebleven bij een bankcontract en bij een leaseovereenkomst van de vof, bracht het hof niet tot een ander oordeel. De aansprakelijkstelling wordt op grond van het bovenstaande dan ook vernietigd.

Bron: LJN BZ0823